Een voorproefje uit mijn boek: Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht! Psychiatrie Paranormaal Bekeken; Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

Dit is een eerste voorproefje vanaf bladzijde 29 uit mijn boek:
‘Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht!’
Psychiatrie Paranormaal Bekeken
Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

Nog voordat iedereen goed en wel door had wat er ging gebeuren zijn wij met zijn tweeën gevlucht door de gangen, die bestaan om buiten het dorp en ver in de gorge te komen. Helaas hebben wij niemand ooit verteld van het bestaan van deze gangen, zodat niemand ons heeft kunnen volgen.
     Wij gingen er gewoon vanuit dat iedereen wist van dit gangenstelsel, dat wij als kind zelf ontdekt hadden. We bleken dus de enigen te zijn. Zelfs onze naaste familie moest achterblijven.’ 

‘Waar was dan de ingang van die vluchtgang?’
‘Weet je nog hoe je vlak naast de burcht kon afdalen naar een paadje dat halverwege de gorge naar de waterput leidde?’ 
‘Ja, daar speelden wij altijd.’
‘Wel, dan weet je ook ‘het monster’ wel te vinden. De nis in de wand, waar een soort van stenen beest de toegang verspert. Wij zijn daar eens langs gegaan en naar binnen gekropen en vonden het gangenstelsel. 
     Wij waren als kind tenger, mager zelfs en klein voor onze leeftijd. Leeftijdgenootjes konden er al niet meer door qua grootte en jongere kinderen, die dat wel zouden kunnen kwamen daar niet alleen. Zodoende. Dat begrepen we later. Volwassenen zouden het beeld van het monster hebben moeten verwijderen om er toegang te verkrijgen. Nu was niet iedereen die dag in het dorp. Je grootvader was met vrouw en kinderen nog in de bergen om de schapen te hoeden.
Die zijn dus door een gelukje aan de dood ontsnapt.’
Ik kijk haar vragend aan. ‘Mijn grootvader?’
‘Ja, jouw grootvader, en onze broer. Ik heb dan wel gezegd dat ik de stoffen bij mijn wever vandaan had, maar mijn wever was onze broer. Vandaar dat ik de stoffen zo gemakkelijk herken. Ik heb ze ook ooit geweven. Net als mijn zuster. Wij kregen dezelfde opleiding van onze ouders en grootouders, als jij nu van je ouders en grootouders hebt gekregen. Wij zijn dus jouw tante. Welkom in de familie, meisje!’

    Beiden vertellen van alles over hun eigen jeugd en hoe zij vroeger leefden in het dorpje, dat ook ik zo goed ken. De een vult de ander aan en hoe langer we zitten, hoe meer zij zich herinneren…
Ik weet niets te zeggen, als mijn tantes een poosje zwijgen. Zij zijn bedroefd dat ik hier alleen ben aangekomen en dat mijn ouderlijk gezin uit elkaar moest gaan. Toch hebben ze nu een stukje familie teruggevonden.
‘Er zijn geen betere genezers in de wijde omgeving dan die uit onze familie.

Wat was ik blij dat je aan mijn huisje voorbijkwam. En wat was ik blij dat ik je herkende. Ik laat heus niet zomaar iedereen binnen hoor. Maak je daar maar niet ongerust over. 
     Maar… kijk eens naar mijn zieke zusje. Zij voelt zich al een stuk beter dan gisteren. Zelfs jouw aanwezigheid doet mensen al goed. Morgen zal ze volledig genezen zijn. En trouwens, mijn voet gaat ook al een stuk beter. Ik blijf vandaag nog lekker in deze stoel zitten om me door jullie, vooral door jou, te laten verwennen. Dan kan ik morgen waarschijnlijk wel weer het hele eind teruglopen. Ga jij straks nog bij de dieren kijken of alles goed is? Wij zorgen dan samen wel weer voor de maaltijd. Ik stel voor dat we vandaag pannenkoeken eten bij de soep die overgebleven is van gisteren.’ ‘Ja lekker,’ antwoord ik, terwijl ik naar de deur loop om de dieren te controleren. 
     Dit is nog maar dag twee sinds ik weg ben uit mijn ouderlijk huis en wat gebeurt er veel. Ik kan het maar amper bevatten. Als we gegeten hebben, ga ik eerst een stukje wandelen, neem ik me voor. Dan kan ik alles nog eens overdenken. Maar daar krijg ik de kans niet eens voor. 

    Na het eten reiken de zussen mij een pakje kaarten aan en vragen of ik de kaarten die erin zitten ken. ‘Nou ja, kennen, ik heb ze wel eens gezien in de herberg. De mannen zaten er mee te gokken. Ik moest me daar maar niet teveel mee bemoeien, zei mijn vader en hij vond het beter dat ik op een andere plaats ging zitten, ver uit zicht van de veel geld verliezende, maar ook geld winnende mannen. 
     Ik heb ze trouwens wel eens vaker gezien, maar dat was heel iets anders. Een groepje reizigers met paard en wagen kwam langs ons dorp. Een van de vrouwen, met veel glinsterende sieraden om haar hals en in haar oren, beweerde dat zij de toekomst kon voorspellen met deze kaarten. Mijn moeder wilde dat niet en zei dat ze dat maar bij een ander moest gaan doen. Die vrouw heb ik daarna niet meer gezien.’
     ‘Ja het is waar, je kunt met deze kaarten in de toekomst kijken.
Je mag echter de mensen nooit precies vertellen wat jij gezien hebt. Dat kunnen de meesten niet aan. Ze zouden er maar de kolder van in de kop krijgen. Je kunt ze wel goede raad geven aan de hand van wat je gezien hebt en waarschuwen voor ziekte en gevaar. Een gewaarschuwd mens is een bevoorrecht mens, zeg ik altijd maar. 
     Het is de bedoeling, dat jij nu van ons leert de kaart te leggen omdat je eigen ouders dat niet meer kunnen doen op dit moment en wellicht ook nooit meer. Het is hard dat te zeggen, maar het is niet anders en wij zijn gewend eerlijk te zijn.’ 
Wordt vervolgd…

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *