Derde voorproefje uit mijn boek: Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht! Psychiatrie Paranormaal Bekeken; Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

     Als zij ’s avonds in haar bedje ligt spreekt moeder haar zorgen uit over haar dochtertje. ‘Wat moet er toch van ons meisje worden… zo jong als ze is, altijd maar weer wil ze weg. Hoe komt ze daar toch bij? Andere kinderen spelen gewoon in huis met poppen of met andere kinderen, maar dat meidje van ons… ik weet af en toe niet wat ik met haar aan moet.’
     Vader van der Eijck ziet hetzelfde gebeuren als zijn vrouw. Hij is immers altijd bij huis en kent zijn dochter door en door. Hij ziet ook die vrijheidsdrang van haar, net als die afwezige blikken.
     De winter zet in en het is behoorlijk koud. Er ligt zelfs hier en daar al wat ijs. De kleine Hanneke wil naar de schapen. Ze wijst naar de schuur van de buren waar de schapen in kunnen schuilen. 

    ‘Papa, het is heel warm als je bij de schaapjes slaapt, en ook heel gezellig.’ ‘Wat zeg je me daar nu kindje, hoe weet jij dat nou?’
‘Ik sliep tussen de schapen met papa.’ 
‘Hoe kan dat nou, ik ben je papa en dat hebben wij nog nooit gedaan. Je hebt toch je eigen warme bedje?’ 
     ‘In de bergen,’ gaat ze haar verhaal verder, alsof ze het antwoord van haar vader niet gehoord heeft. ‘Soms waren we heel lang van huis.’
‘Kom,’ leidt vader zijn dochter af, ‘we gaan naar binnen, mama heeft de tafel al gedekt, en we gaan aanstonds een boterham eten.’
     ‘Brood bakken is makkelijk. Ik kan het ook. We deden het altijd als we lang onderweg waren.’ Vader weet niet wat hij hiermee aan moet. Zijn dochter lijkt wel in een heel andere wereld te leven dan hij. Hij probeert haar nogmaals af te leiden: ‘Volgens mij heeft mama warme chocolademelk gemaakt. Ik rook het net al toen ik langs de keuken liep.’ 
     ‘Vers gemolken melk is nog veel lekkerder,’ krijgt hij daarop als antwoord. Dan zwijgt hij en gaat zijn dochter voor als ze naar binnen gaan. Diezelfde middag gaat Hanneke bij een buurmeisje spelen, want haar moeder moet weg. 
     Waar ze naar toe gaat, zegt ze niet. Maar als ze de deur uitgaat vraagt vader of ze alles op een blaadje geschreven heeft, om maar niets te vergeten. ‘Ja dat heb ik gedaan hoor.’ 
     ‘Doe dokter van Driel de hartelijke groeten van me,’ roept vader haar nog na. Niemand weet het verder, maar moeder van der Eijck is zo ongerust over het gedrag van haar dochter, dat zij een afspraak met de dokter heeft gemaakt. Vader vindt het ook beter, want ook hij weet niet hoe dat ooit goed moet komen.

     ‘Zozo,’ zegt dokter van Driel, ‘dus uw dochter leeft in haar eigen wereldje, en weglopen wil ze ook graag als ik u goed begrijp. Daar zullen we eens iets aan doen mevrouw. Ik schrijf haar een drankje voor, en over een week zie ik u terug om mij te vertellen wat het resultaat is.
     Het kind heeft gewoon veel fantasie en is te druk als u het mij vraagt. Van het drankje zal ze wel wat rustiger worden, dan zullen die fantasiebeelden van haar ook wel verdwijnen. Tweemaal daags drie druppels. Doe het maar op een schepje suiker. Dat neemt makkelijk in.’
     ‘Fijn, dokter, nu zal het allemaal wel goed komen. Ik zal het direct bij de apotheker gaan halen, dan kunnen we er vanavond al mee beginnen.  Dank u wel. O ja, u krijgt de hartelijke groeten van mijn man.’ 
     En zo loopt moeder van der Eijck bij de apotheker binnen en haalt een klein flesje op, met een hoedje van geplooid, gekleurd papier over een kurkje. Het drankje ruikt naar pepermunt. En nu maar hopen dat Hanneke niet moeilijk doet met het innemen ervan.
     Eenmaal thuis gaat de moeder van Hanneke eerst naar haar man om hem verslag te doen van het dokters bezoek. ‘Ik ben blij dat je een medicijn van de dokter hebt gekregen, het zal hierna wel beter gaan met ons meisje.’ 

     Aan het eind van de middag komt Hanneke weer thuis. Ze heeft fijn gespeeld en heeft rode wangen van moeheid. Er wordt die avond kool met pastinaken gegeten en gerookt vlees, maar Hanneke lust niet veel, ze is te moe. Ze valt al bijna boven haar bordje in slaap. Na het eten wil moeder haar de druppeltjes geven die de dokter heeft voor geschreven, maar Hanneke wil ze niet slikken. 
     ‘Ik wil dat niet, ik ben niet ziek…’ maar nadat moeder haar heeft uitgelegd dat het beter voor haar is en dat de dokter dat gezegd heeft, begint ze te huilen. ‘Mama, ik ben niet ziek,’ herhaalt ze keer op keer.
‘Toch móet je het innemen! Ik zal je vader er eens bijhalen, dan moet die maar zorgen dat je het slikt.’ 
     Maar vader krijgt het ook niet voor elkaar. Zelfs als moeder Hannekes neus dichtknijpt, zodat ze haar mond wel open moet doen om adem te halen, krijgen zij samen de druppels er niet in. 
Wat een kracht heeft die meid!
     ‘Dan ga ik morgen maar weer naar de dokter,’ besluit moeder. Dan zal ik eens vertellen wat een dwars meisje jij wel bent…’ 
En zo gaat moeder de volgende dag weer naar de dokter. 
‘Ik zal wat anders voorschrijven, waaraan niet zo’n uitgesproken smaak zit, dan weet ze niet dat ze de medicijnen krijgt. Dat zal beter gaan.’ 
     ‘Wat is dokter toch een wijs man,’ zegt moeder van der Eijck tegen haar man, als ze met het nieuwe drankje thuiskomt. Dat ze naar de dokter is geweest hoeft ze niet tegen Hanneke te zeggen. Zij weet het al. En ook weet zij, dat er nu een ander flesje is, en dat haar moeder stiekem de druppels door haar karnemelkse pap zal mengen. 

     ‘Jij mag niet tegen mij jokken!’ zegt Hanneke tegen haar moeder.
‘Jij mag geen druppeltjes in mijn pap doen. Ik ben niet ziek.’
‘Wie heeft jou dat verteld Hanneke?’ 
‘Niemand.’ 
‘Hoe weet je dat dan?’ 
‘Gewoon.’ 
‘Geen gejok tegen mij Hanneke, ik wil weten hoe je dat weet.’    ‘Gewoohoooon, ik weet het.’ 
‘Ja maar hoe dan? Behalve papa weet niemand van die druppeltjes af.’ 
‘Maar ik weet het,’ benadrukt Hanneke nog eens.
     De moeder van Hanneke staat voor een groot raadsel en legt het 
’s Avonds, als Hanneke in bed ligt, aan haar man voor. Maar die weet het ook niet. ‘Laten we het voorlopig even laten rusten,’ besluiten ze samen. 
Een goed besluit, en Hanneke zegt dat de volgende morgen dan ook tegen haar moeder. ‘Mam, ik ben blij dat ik die nare druppeltjes niet meer hoef, want ik ben niet ziek!’ 
     Sprakeloos kijkt moeder Hanneke na als ze even later naar haar vader loopt. En zo, vol zorgen om wat de toekomst zal brengen, verstrijken de jaren.

    Op de dag dat Hanneke tien jaar wordt, op 12 januari 1873, komen haar opa’s en oma’s op bezoek. Hanneke weet dat nog niet, haar ouders hebben het bij wijze van verrassing nog niet tegen haar gezegd, maar vrolijk komt ze beneden en vraagt haar moeder: ‘Mama, hoe laat komen de opa’s en oma’s eigenlijk? Ik ben blij dat ze kunnen komen hoor. Ze zijn hier al zo lang niet geweest. Gaat het wel goed met oma?’
     Hannekes moeder is er nog steeds niet aan gewend dat Hanneke alles lijkt te weten dat ze niet weten kan, maar reageert er niet anders op dan: ‘Ik weet niet hoe laat ze komen, en met oma gaat het niet zo heel erg goed. Ze is verleden week gevallen en heeft haar knie erg bezeerd.’ 
‘Ja, dat heb ik gezien,’ antwoordt Hanneke.
     ‘Het wordt met de dag gekker,’ denkt Hannekes moeder. 
‘Ze beweert rustig dat ze het gezien heeft. Ons meisje is toch wel erg ziek in haar hoofd… kon ik haar maar helpen. Ik zal het eens met de oma’s bespreken. Misschien weten die er raad op. Ik hoop het maar. Dit is toch geen leven! Van de week had ze ook al zo’n rare opmerking over de bovenmeester.’ 

     ‘Mama, als de bovenmeester begraven wordt, dan gaan de kinderen van de hele school mee naar de begrafenis.’ ‘Zo maar, zonder enige aanleiding; de bovenmeester mankeert niets en is kerngezond. Hoe komt ze erbij?’ Maar als de oma’s er eenmaal zijn, is er geen tijd om over dit soort serieuze zaken te praten en Hannekes moeder heeft wel wat anders aan haar hoofd. Ze moet voor een groot gezelschap koken vandaag. En dat valt niet mee; ze is er maar druk mee.
     Ook komen er een paar schoolvriendinnetjes met Hanneke mee naar huis. Er is bowl en versgebakken cake en boterkoek. Het is me werkelijk een feest. Ze doen spelletjes en stoelendans.
     ‘Eindelijk weer eens een gewone dag,’ denkt Hannekes moeder. ‘Zonder al te gekke praat van Hanneke. Tien jaar alweer, die Hanneke.’
     Even is moeder van der Eijck stil en denkt terug aan de afgelopen tien jaar. Ze hadden graag nog een broertje of zusje voor Hanneke gehad, maar ja… dat kwam niet. Moeder van der Eijck heeft het er jarenlang moeilijk mee gehad. Maar hoe ouder Hanneke wordt, hoe meer ze het accepteert. Eigenlijk hadden de ouders al helemaal niet meer op een kindje gerekend. Ze waren al acht jaar getrouwd toen Hanneke zich aandiende… en wat waren ze blij geweest. Maar Hanneke had ook voor vele slapeloze nachten gezorgd voor beide ouders! En het wordt steeds moeilijker om haar te begrijpen en haar op te voeden.
    De week na Hannekes verjaardag is er een ouderavond op school en de meester van Hanneke wil graag met beide ouders spreken, in plaats van met één ouder zoals gebruikelijk. ‘Zou er wat mis zijn op school?’ vragen de ouders zich af. Als zij als laatsten eindelijk aan de beurt zijn, krijgen ze de schrik van hun leven.
Wordt vervolgd…

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Een voorproefje uit mijn boek: Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht! Psychiatrie Paranormaal Bekeken; Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

Dit is een eerste voorproefje vanaf bladzijde 29 uit mijn boek:
‘Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht!’
Psychiatrie Paranormaal Bekeken
Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

Nog voordat iedereen goed en wel door had wat er ging gebeuren zijn wij met zijn tweeën gevlucht door de gangen, die bestaan om buiten het dorp en ver in de gorge te komen. Helaas hebben wij niemand ooit verteld van het bestaan van deze gangen, zodat niemand ons heeft kunnen volgen.
     Wij gingen er gewoon vanuit dat iedereen wist van dit gangenstelsel, dat wij als kind zelf ontdekt hadden. We bleken dus de enigen te zijn. Zelfs onze naaste familie moest achterblijven.’ 

‘Waar was dan de ingang van die vluchtgang?’
‘Weet je nog hoe je vlak naast de burcht kon afdalen naar een paadje dat halverwege de gorge naar de waterput leidde?’ 
‘Ja, daar speelden wij altijd.’
‘Wel, dan weet je ook ‘het monster’ wel te vinden. De nis in de wand, waar een soort van stenen beest de toegang verspert. Wij zijn daar eens langs gegaan en naar binnen gekropen en vonden het gangenstelsel. 
     Wij waren als kind tenger, mager zelfs en klein voor onze leeftijd. Leeftijdgenootjes konden er al niet meer door qua grootte en jongere kinderen, die dat wel zouden kunnen kwamen daar niet alleen. Zodoende. Dat begrepen we later. Volwassenen zouden het beeld van het monster hebben moeten verwijderen om er toegang te verkrijgen. Nu was niet iedereen die dag in het dorp. Je grootvader was met vrouw en kinderen nog in de bergen om de schapen te hoeden.
Die zijn dus door een gelukje aan de dood ontsnapt.’
Ik kijk haar vragend aan. ‘Mijn grootvader?’
‘Ja, jouw grootvader, en onze broer. Ik heb dan wel gezegd dat ik de stoffen bij mijn wever vandaan had, maar mijn wever was onze broer. Vandaar dat ik de stoffen zo gemakkelijk herken. Ik heb ze ook ooit geweven. Net als mijn zuster. Wij kregen dezelfde opleiding van onze ouders en grootouders, als jij nu van je ouders en grootouders hebt gekregen. Wij zijn dus jouw tante. Welkom in de familie, meisje!’

    Beiden vertellen van alles over hun eigen jeugd en hoe zij vroeger leefden in het dorpje, dat ook ik zo goed ken. De een vult de ander aan en hoe langer we zitten, hoe meer zij zich herinneren…
Ik weet niets te zeggen, als mijn tantes een poosje zwijgen. Zij zijn bedroefd dat ik hier alleen ben aangekomen en dat mijn ouderlijk gezin uit elkaar moest gaan. Toch hebben ze nu een stukje familie teruggevonden.
‘Er zijn geen betere genezers in de wijde omgeving dan die uit onze familie.

Wat was ik blij dat je aan mijn huisje voorbijkwam. En wat was ik blij dat ik je herkende. Ik laat heus niet zomaar iedereen binnen hoor. Maak je daar maar niet ongerust over. 
     Maar… kijk eens naar mijn zieke zusje. Zij voelt zich al een stuk beter dan gisteren. Zelfs jouw aanwezigheid doet mensen al goed. Morgen zal ze volledig genezen zijn. En trouwens, mijn voet gaat ook al een stuk beter. Ik blijf vandaag nog lekker in deze stoel zitten om me door jullie, vooral door jou, te laten verwennen. Dan kan ik morgen waarschijnlijk wel weer het hele eind teruglopen. Ga jij straks nog bij de dieren kijken of alles goed is? Wij zorgen dan samen wel weer voor de maaltijd. Ik stel voor dat we vandaag pannenkoeken eten bij de soep die overgebleven is van gisteren.’ ‘Ja lekker,’ antwoord ik, terwijl ik naar de deur loop om de dieren te controleren. 
     Dit is nog maar dag twee sinds ik weg ben uit mijn ouderlijk huis en wat gebeurt er veel. Ik kan het maar amper bevatten. Als we gegeten hebben, ga ik eerst een stukje wandelen, neem ik me voor. Dan kan ik alles nog eens overdenken. Maar daar krijg ik de kans niet eens voor. 

    Na het eten reiken de zussen mij een pakje kaarten aan en vragen of ik de kaarten die erin zitten ken. ‘Nou ja, kennen, ik heb ze wel eens gezien in de herberg. De mannen zaten er mee te gokken. Ik moest me daar maar niet teveel mee bemoeien, zei mijn vader en hij vond het beter dat ik op een andere plaats ging zitten, ver uit zicht van de veel geld verliezende, maar ook geld winnende mannen. 
     Ik heb ze trouwens wel eens vaker gezien, maar dat was heel iets anders. Een groepje reizigers met paard en wagen kwam langs ons dorp. Een van de vrouwen, met veel glinsterende sieraden om haar hals en in haar oren, beweerde dat zij de toekomst kon voorspellen met deze kaarten. Mijn moeder wilde dat niet en zei dat ze dat maar bij een ander moest gaan doen. Die vrouw heb ik daarna niet meer gezien.’
     ‘Ja het is waar, je kunt met deze kaarten in de toekomst kijken.
Je mag echter de mensen nooit precies vertellen wat jij gezien hebt. Dat kunnen de meesten niet aan. Ze zouden er maar de kolder van in de kop krijgen. Je kunt ze wel goede raad geven aan de hand van wat je gezien hebt en waarschuwen voor ziekte en gevaar. Een gewaarschuwd mens is een bevoorrecht mens, zeg ik altijd maar. 
     Het is de bedoeling, dat jij nu van ons leert de kaart te leggen omdat je eigen ouders dat niet meer kunnen doen op dit moment en wellicht ook nooit meer. Het is hard dat te zeggen, maar het is niet anders en wij zijn gewend eerlijk te zijn.’ 
Wordt vervolgd…

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Als je zoekt naar Alternatieve Behandeling van Psychiatrische Klachten

Er zijn waarschijnlijk veel vragen voor je als je op zoek bent naar alternatieve geneeswijzen; een aantal heb ik hier op een rijtje gezet en beantwoord.

*Is dit waar je naar op zoek bent?
*Bestaat alternatieve en veilige behandeling voor psychiatrische klachten?
*Zijn diegenen die alternatieve geneeswijzen beoefenen te vertrouwen?
*Zijn ze geregistreerd?
*Zitten ze op een achteraf-zoldertje?
*Worden de kosten vergoed?
*Hoe lang gaat behandeling duren?


Waarschijnlijk heb je zelf nog meer en andere vragen. Laat ik beginnen met deze vragen te beantwoorden:

Is dit waar je naar op zoek bent?
Daar kan ik geen antwoord op geven, maar het zou kunnen. Lees wat ik doe en trek dan je conclusie. Of neem contact op om je vragen op mij af te vuren. Dan pas weet je of je gevonden hebt wat je zoekt.

Bestaat alternatieve en veilige behandeling voor psychiatrische klachten?
Jazeker bestaan die. Magnetiseren is een veilige behandeling waarbij de energie weer in balans wordt gebracht. Zonder gebruik van medicatie.

Zijn diegenen die alternatieve geneeswijzen beoefenen te vertrouwen?
Ga af op je eigen gezond verstand, je gevoel, en liefst ook op ervaringen van anderen. Blijf altijd kritisch, en blijf vragen als je twijfels hebt.

Zijn ze geregistreerd?
Sommigen wel, sommigen niet. Je kunt je pas laten registreren als je bepaalde opleidingen gedaan hebt. Maar met magnetiseren gaat het niet om een schoolse opleiding. Het leven leidt je op, levenservaring is de enige en beste leerschool. En die valt niet te registreren. Overigens is het hebben van een officiele registratie geen garantie dat diegene zijn werk ook goed doet!

Zitten ze op een achteraf-zoldertje?
Sommigen zitten inderdaad op een zoldertje, maar dat zegt natuurlijk niets over de kwaliteit van hun werk. Zelf vind ik het prettig werk en privé gescheiden te houden en huur een royale ruimte in het Zakenstation in Heerhugowaard, waar ik ook workshops kan geven.

Worden de kosten vergoed?
Kosten worden alleen vergoed, als het gaat om geregistreerde therapeuten. Maar, de kosten reizen de pan niet uit. Bij mij staan 15 behandelingen zo’n beetje gelijk met het bedrag van eigen risico zorgverzekering. Dus daar zou ik niet moeilijk over doen, toch? Het is wel eens voorgekomen, dat ik bij iemand ambulante zorg verleende via PGB, die mij vroeg om te behandelen. Kijk, dan is het een ander verhaal. Dan ben ik de gewoon de psychiatrisch verpleegkundige met een extraatje en valt het binnen het werk. Ook goed om te weten.

Hoe lang gaat behandeling duren?
Dat is niet te zeggen. Zoveel verschillende mensen, en ieder reageert anders. Staat te popelen om verbetering kwaliteit van leven, of is nog niet aan die verandering toe en bedenkt allerlei uitvluchten om die verandering uit te stellen. Alles mag, alles kan. Maar als ik zie dat het -misschien tijdelijk- geen zin heeft verder te gaan, zeg ik je dat. Het is dan beter om een poosje te stoppen en te wachten op het juiste moment om de behandeling te vervolgen.

Onderzoek alls, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!