HERINNERINGEN UIT DE PSYCHIATRIE
Het zal 1974 geweest zijn, als ik naar een naastgelegen afdeling moet om in te vallen. Ik werk op een mannen observatie afdeling in de psychiatrie. Als één van de eerste vrouwen op een mannenobservatie, daarvoor werkten daar alleen mannen. Omdat ik van afwisseling houd vind ik het prima om weer eens ergens anders te kijken en vertrek naar de andere afdeling voor de vroege dienst. Prima allemaal, niets aan de hand.
IK KOM OOG-IN-OOG TE STAAN MET EEN BEKENDE
Als iedereen beneden is en aan het ontbijt zit, krijg ik de schrik van mijn leven. Daar, opgenomen op de afdeling waar ik werk, zit mijn schoolmaatje met wie ik samen op atletiek zat. Met wie ik altijd veel lol had. Hoe moet ik mijn houding bepalen tegenover hem? Ik zie aan hem dat hij hetzelfde denkt. We begroeten elkaar wat afstandelijk.
IK STA AAN DE ANDERE KANT VAN DE TOONBANK; IK HEB DE SLEUTELS
Een groot gedeelte van de dag is hij niet op de afdeling. Hij gaat naar een therapiegroep en ook de arbeidstherapie, zoals dat toen heette, staat op zijn dagelijks programma. Tussen de middag is hij er weer voor de maaltijd, maar in die tijd dat hij er is, ben ik zelf druk met allerlei andere zaken.
IK MAG NAAR HUIS, HIJ NOG LANG NIET
Halverwege de middag zit mijn vroege dienst erop. Voor hem zit het er niet op. Hij is nog maar net begonnen en wie weet hoe lang hij over dit traject in zijn leven zal doen?
WEGLOPEN OF RESPECT VOOR ZIJN PRIVACY
Voor ik naar huis ga, loop ik even de hoofdenkamer binnen. Ik leg uit dat ik dit een bijzonder ongelukkige situatie vind. Hoe jammer dan ook. Hij ontliep mij en schaamde zich duidelijk over zijn aanwezigheid op deze afdeling. En ik ontliep hem ook maar dan om een andere reden, tenslotte stond ik ‘aan de andere kant van de toonbank’ en had de sleutels in handen!
HET VOELT ALS WEGLOPEN
Ik vraag om, zolang als hij opgenomen is, mij niet meer te laten invallen op die afdeling. Mijn verzoek wordt ingewilligd en ik blijf op mijn eigen afdeling. Ik ben blij dat het kan, maar toch voelt het een klein beetje als weglopen.
NU ZOU IK DAT ANDERS DOEN
Nu zou ik dat toch anders aanpakken. Logisch na alle ervaring die ik inmiddels heb opgedaan. Ik zou juist blij zijn iemand te treffen waarvan ik een stukje achtergrond kende en zou direct een extraatje aan contact hebben. Maar nu gebeurt dat niet meer. Ik werk al ruim twintig jaar niet meer in instellingen; alleen nog maar één-op-één in thuissituaties. En daar ben ik blij mee.
Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!