N.a.v. mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ Herinneringen aan een ver verleden in een brandend huis

N a.v. mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ 
Herinneringen aan een ver verleden: slachtoffer uit een verbrande woning nabij Montsegur. 
Schreef ik al een blog over Olga en haar herinneringen aan het verleden bij de Montsegur, hier deel ik nog een herinnering van Olga. Met tastbare gevolgen voor haar. 
Tijdens één van de reizen die ik eind jaren negentig organiseerde naar Occitanië in Zuid Frankrijk gingen we dagelijks op stap vanuit onze gite, om de omgeving te verkennen. Die gite huurde ik bij vrienden die aan de voet van de Pyreneeën wonen, vlakbij de Troubadoursburcht Puivert. Een prachtige uitvalsbasis om een bezoek te brengen aan de Cité de Carcassonne, Minerve, gorge de Calamus, Montsegur. 
We lopen in een klein dorpje. Plotseling krijgt Olga het moeilijk. Ze weet niet wat er aan de hand is, maar ze voelt zich niet veilig. Aan de rand van het dorp staan paar middeleeuwse ruïnes. Meer is het niet; onbewoonbaar. Het zien van die ruïnes, waarvan er meerdere duidelijk in brand hebben gestaan, doen haar herinneren dat ze zelf een brandend huis ontvlucht is. Op het moment dat ze haar herinneringen deelt, zie ik het zo voor me. De balken boven haar storten in en komen op haar terecht. De vlammen krijgen vat op haar kleren. Meer beelden heeft ze niet gezien, maar zelf weet ze met zekerheid te vertellen dat ze gered werd uit de brandende woning. 

De dag is bepaald door deze herinnering en verloopt verder rustig; we wandelen, drinken ergens koffie, eten wat en gaan in de loop van de middag terug naar onze gite. Het was een druilerige dag en we zagen geen zon. Die hele week nog geen zon gezien. Helemaal niet erg, want het is heerlijk najaarsweer. 
Eenmaal terug vertellen wij onze gastheer natuurlijk dat Olga zich voor de tweede keer iets herinnerd heeft, en zij doet haar verhaal. Tegen de avond, in de schemering, zien we door de andere lichtval iets wat nog niet was opgevallen. 

‘Zou jij je gezicht niet eens insmeren?’ vraagt haar vriendin.
‘Nou, hoezo dàt dan?’ vraagt zij met een onvervalste Wetsfriese tongval.
‘Kind, je hebt de vellen aan je gezicht hangen! Je bent hartstikke verbrand!’
‘Maar waarvan dan? We hebben geen zon gezien…’
Als ze deze woorden uitspreekt weten we allemaal dat deze vellen van verbranding niets met de zon te maken hebben gehad. Het is de lichamelijke reactie op wat zij in de geest ervaren heeft, eerder die dag. Zo heftig kan een herinnering zijn, die ook geestelijk lange tijd kan blijven hangen; alsof je het net meegemaakt hebt. Het begrip ‘tijd’ blijkt ook hier weer heel betrekkelijk.

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *