Ik zie, ik zie, wat de psychiater niet ziet; overdenkingen van een gevoelig mens…

DIT ZOUDEN DE OVERDENKINGEN VAN EEN WILLEKEURIG
GEVOELIG MENS KUNNEN ZIJN


Ik zie ik zie wat de psychiater niet ziet:
wat zie je dan?

Ik zie beelden van heden en verleden
soms heel scherp soms wat mistig
soms zie en voel ik ziek, zeer en narigheid
bij naasten en onbekende anderen
of zie ik een naderende dood…

Wat kán ik zeggen over wat ik zie
wat móet ik zeggen over wat ik zie
wannéér kan ik zeggen wat ik zie
tegen wíe kan ik zeggen wat ik zie
en bovenal tegen wie juist niet?

Ik kan toch zomaar niet iedereen
vertellen wat ik ervaar elke keer
ik weet hiermee niet om te gaan
maar wie kan het me leren?

Wie wijst mij de weg in mijn eigen doolhof
een psychiater zal zijn wijze hoofd schudden
en medicijnen uitdokteren
voor de broodnodige rust in mijn hoofd
maar is dat wat me helpen zou?

wie gaat me helpen en
wie geeft me innerlijke rust
wie leert me omgaan met al die indrukken
waar ik me zelf niet voor afschermen kan?

ik ga ervan uit dat het komen gaat
vandaag, morgen, of wanneer dan ook;
het komt goed
en dàt weet ik zeker!

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!





N.a.v. mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ Herinneringen uit de Psychiatrie: collega Psychiatrisch Verpleegkundige bleek Pathologisch Leugenaar

Naar aanleiding van mijn boek: Psychiatrie Paranormaal Bekeken herinner ik mij een collega; zij was een Pathologisch Leugenaar. Waarom, wat is de achterliggende oorzaak? 
Een Pathologisch Leugenaar heeft een onbedwingbare drang tot liegen. Hij is zich er terdege van bewust dat hij liegt. (zoals de kleptomaan wéét dat hij steelt, maar het geen halt toe kan roepen) Maar waarom? Waarom wil je je koste wat kost anders voordoen dan je werkelijk bent? Terwijl je weet, dat het nòg erger is, als jouw leugens aan het licht komen.
Het is een keus waar je niet wèrkelijk voor kiest, maar die drang, daar kun je niet onderuit. De drang om meer en sterker te lijken dan je bent vanuit een onzeker beeld over jezelf?

Ik had een jaar of veertig geleden zo’n collega. Ik geef het weer; met een eigen draai. Het verhaal van een collega Psychiatrisch Verpleegkundige, een Pathologisch Leugenaar.  Haar verhaal loopt al heel lang als bij collega’s eindelijk de alarmbellen gaan rinkelen. 
Ik noem de collega Gerrie.
Het is in de jaren zeventig en alle collega’s hebben een relatie. Op wat voor manier dan ook, sommigen hupsen van tijd tot tijd van de ene in de andere relatie. Alles kan en alles mag, het leven is goed en vooral: iedereen voelt zich vrij. Gerrie heeft ook een vriend, maar niemand heeft hem nog gezien, laat kennis gemaakt.
Haar vriend woont in Duitsland, en komt hier niet zoveel vanwege zijn zware studie. Zelf gaat ze regelmatig erheen, werkt graag tien dagen achter elkaar om dan vier aaneengesloten dagen vrij te zijn. Of ze deed er nog een week nachtdienst achteraan. Dan was je zeven dagen vrij, want de dag die je eigenlijk moest slapen na je laatste nacht telde je ook mee als vrij. 
Ik schets hier wat gesprekjes zoals ze gegaan konden zijn, maar de rode draad in het verhaal van de vriend die van het toneel moest verdwijnen, is waar gebeurd.
Collega
Goh, laat eens een foto zien van je vriend?
Gerrie
Dit is hem, en dit is zijn woning. 
Collega
Die heeft het voor elkaar geloof ik. Leuke vent, mooi huis waar hij woont. Gerrie
Hij studeert voor internist en moet binnenkort examens doen. 
Tijdens een late dienst vertelt Gerrie dat haar vriend voor een dag of twee bij haar is; is er uitgelaten en blij van. Als ze langs haar woning rijden, ze huurt een etage, is het er donker. 
Collega
Hoe kan dat nou, er brandt geen licht. Is hij er wel aangekomen dan?
Gerrie
Hij zal wel weer liggen slapen op de bank. De reis, zijn studie, die is natuurlijk doodmoe. 
De tijd verstrijkt, niemand ziet de vriend, maar eigenlijk heeft ook niemand contact met deze collega buiten het werk. Zo gek is dat dus niet. Onderhand blijft Gerrie enthousiast vertellen over haar vriend, telkens als gesprekken met collega’s, tijdens de koffiepauze even stilvallen.
Gerrie
Zal ik een nieuwtje vertellen? We hebben trouwplannen en zullen na zijn opleiding, in de herfst gaan trouwen. 
Collega
Wat fijn zeg. Gefeliciteerd! 
De andere collega’s zijn begaan -ze is een beetje een buitenbeentje- en ook blij voor haar. 
In de examentijd nodigt Gerrie haar collega’s bij haar thuis uit voor een gezellig avondje. Haar vriend weet al dat hij geslaagd is. De collega’s gaan erheen en horen de enthousiaste verhalen. Nog net geen Cum Laude, maar zeker mooie cijferlijsten. 
Collega
Wel jammer dat hij er niet bij kon zijn vanavond. En nu op zoek naar passend werk?
Gerrie
Welnee, niet nodig. Ze kennen hem van stages en hij heeft al twee aanbiedingen gehad. 
Hij hoeft alleen maar te kiezen.
Collega
Dat kan niet stuk, de mazzelaar! En daar ga jij mee trouwen…
Gerrie
Ja… en glundert van oor tot oor.

Enige tijd later komt Gerrie wat pips op de late dienst. Zij heeft net bericht gekregen van de ouders van haar vriend (die overigens nog steeds geen naam heeft!). Het gaat niet goed met hem en moet allerlei nare onderzoeken ondergaan. 
Collega
Hè wat naar, hoe kan dat nou? Kun je er niet heen om hem te steunen?
Gerrie
Er mag niemand bij hem, misschien is het ook besmettelijk. Ze weten het echt niet!
De collega’s zijn wederom zeer begaan met Gerrie en vragen steeds naar de vorderingen en uitslagen van alle onderzoeken, Gerrie op haar beurt heeft op alle vragen antwoord. 
Collega
En jullie zouden gaan trouwen!
Gerrie
Ja, ik weet het ook niet. We zullen het uit moeten stellen zolang ze niets weten…

Gerrie meldt zich ziek. Is oververmoeid en kan niet of nauwelijks slapen vanwege alle spanningen. Zij krijgt alle begrip van collega’s, zeggen haar vooral de tijd te nemen en wensen haar sterkte. Gerrie blijft een paar weken thuis. Op een dag meldt zij zich beter en verschijnt weer op het werk met een blije lach.
Collega
Gaat het weer wat met je en hoe is het met je vriend?
Gerrie
Het gaat goed met hem. Ze konden niets vinden en hij is weer thuis. Nu kunnen we een nieuwe trouwdatum gaan plannen. 
Collega
Fijn hè, dat het allemaal goed is afgelopen!
Gerrie
De nieuwe trouwdatum wordt ergens in het voorjaar. Rond de kerst is mijn vriend weer hier. 
Collega
Dat is gezellig. Dan nodig ik jou en de anderen van de afdeling hierbij uit om te komen kennismaken.
Gerrie
Nou, wat leuk! Dan zullen we er zijn hoor.
Adres van de collega wordt genoteerd en de datum erbij gezet. Daags voor het gezellige kennismakingsavondje laat Gerrie weten dat het niet door kan gaan. Vriend weer niet goed geworden, en is opnieuw voor onderzoeken naar Duitsland. Is beter, eigen arts en zo.
Collega
Het zit jullie ook niet mee, hè?
Gerrie
Ja, zucht ze, het is niet anders…

Collega’s vinden haar een sterke meid, want haar werk en humeur lijden er niet onder. Complimenteren haar daarvoor. 
Collega
Weet je al iets?
Gerrie
Onderzoek na onderzoek heeft hij gehad, maar ze weten het niet. Nog steeds niet. Hij wordt morgen ontslagen uit het ziekenhuis. 
Collega
Nou, hèhè dan nu eindelijk voorbereiden op je trouwdag!

Gerrie gaat weer vaker naar Duitsland voor alle voorbereidingen van het aanstaande huwelijk dat daar voltrokken zal worden. Ook gaat ze daar op zoek naar een bruidsjurk met haar schoonmoeder.
Collega
Gaat je eigen moeder niet mee dan?
Gerrie
Ja natuurlijk gaat mijn eigen moeder mee. Mijn ouders logeren in het gastenverblijf van mijn aanstaande schoonouders. Dat is speciaal voor vrienden en familie; een piepklein huisje met alles erop en eraan. Is heel gewoon daar in Duisland. 
De collega’s vinden wederom dat zij boffen. Allemaal, ook haar ouders. Als Gerrie terug is uit Duitsland heeft zij een keus gemaakt en de jurk besteld. Deze wordt op maat gemaakt, geheel naar haar wensen. 
Collega
Geweldig zeg, til eens een tipje van de sluier op. Kleur? Lengte? Sleep?
Gerrie
Haha, nee hoor. Dat doe ik niet, want dat brengt ongeluk. Ik zeg lekker niets. 
Collega
Dan moeten we maar wachten tot na de bruiloft als je het fotoalbum laat zien. 
Krijgen wij trouwens ook een uitnodiging voor het feest?
Gerrie
We zijn nog bezig een lijst samen te stellen van de gasten die we uitnodigen.
Nou, vooruit. Ik wil jullie wel vertellen dat onze ouders en de bruidskinderen allemaal in dezelfde stijl gekleed zullen worden. 
Collega
Jeetje, het lijkt wel een sprookjeshuwelijk?
Gerrie
Misschien wel een beetje, en lacht breed.

Dan, hoeveel erger kan het worden? Gerrie meldt zich ziek. Helemaal over haar toeren. Haar vriend moet met spoed geopereerd worden. Tumor in zijn hoofd! Ze reist af naar Duitsland.
Collega
Natuurlijk, zorg dat je er bent voor hem. Sterkte en wens hem beterschap. Neem je tijd!
En de bruiloft?
Gerrie
De hele bruiloft is inmiddels in kannen en kruiken. De kleding hangt klaar, de feestzaal is geregeld en hotels gereserveerd voor andere familie die van ver komt. Er zullen zoveel gasten komen, ook al zijn collega’s. Zo’n tweehonderdvijftig man in totaal. 
Ja, dat doen ze in Duitsland.
Collega
Wat zijn wij dan simpel hè, hier in ons kleine landje…
Gerrie belt vanuit Duitsland. Nog niet zo gewoon in die tijd, kostbaar ook. Gerrie
Operatie is geslaagd, er is niets waar de artsen extra alert voor hoeven zijn. Bruiloft kan gewoon doorgaan.
Collega
Joh, wat fijn. Gefeliciteerd, komt het toch nog allemaal goed!

Daags daarna weer Gerrie aan de telefoon. Intens verdrietig. De operatie was zo goed gegaan, maar er is een bacterie bij gekomen. Vanmorgen is hij overleden.
Alle collega’s van de afdeling zijn diep geschokt door dit telefoontje. Ze waren zó begaan met haar, en nu dit… Dat geloof je toch niet!
Gerrie blijft in Duitsland tot na de begrafenis. Die zal over drie dagen zijn, in de ochtend. 
Collega
We zullen aan je denken en aan je familie. En een kaarsje branden.
De dag van de begrafenis komt Gerrie goedgemutst aan voor een late dienst. De collega’s vinden haar heel sterk dat ze er nu al is. Hoewel?
Begrafenis… vanuit Duitsland hierheen… nu al hier… geen verdriet…
Alarmbellen gaan rinkelen bij de collega’s en zij gaan in beraad. 

DIT KLOPT NIET… WAT IS HIER AAN DE HAND?

Nooit hebben zij OVER Gerrie gesproken, maar nu des te meer. Allemaal hadden ze bij tijden hun vraagtekens, maar deelden dat met niemand. Waren zo te goeder trouw!
De psychiater van de afdeling wordt erbij betrokken.
Ze zitten er danig mee in hun maag, nu het kwartje is gevallen, dat er nooit een vriend is geweest! En dat het Gerrie te heet onder de voeten werd en deze vriend van het toneel moest verdwijnen. De collega’s voelen zich verraden door alle leugens en hebben elkaar hard nodig om het een plekje te geven. 
De psychiater heeft Gerrie op gesprek gevraagd. 
Heeft haar duidelijk gemaakt dat wie op deze wijze leugens in de wereld brengt, om anderen op het verkeerde been te zetten, een Pathologisch Leugenaar is. Hij wil haar begeleiden en biedt aan om met haar daarover in gesprek te gaan.  Zij neemt het aanbod niet aan en verdwijnt met de Noorderzon. 
Tot grote ergernis van haar collega’s die haar nooit zullen kunnen confronteren met wat zij bij hen heeft aangericht!

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!