Burnout tijdens en/of na ‘Corona-thuiszitten’

LANG THUISZITTEN IS VOOR DE MEESTEN NIET GOED

Dat lang thuiszitten, en thuis werken naast praktische ook vervelende gevolgen heeft, hebben velen inmiddels ondervonden. Je kunt je zelfs zo belabberd voelen, dat je niet meer functioneert op sociaal en werkgebied. Maar ook thuis binnen je gezin.

DE GEVOLGEN

De gevolgen kunnen zijn dat je energetisch aan het eind van je Latijn bent; nergens energie voor heb. Alles is je teveel en er komt letterlijk niets uit je handen. Er wordt op je gelet en er wordt gemopperd. De meest pijnlijke opmerking is: ‘Waar ben jij nou zo moe van dan? Je doet niks!’

EN DAT IS HET HEM NOU NET

Dat is nou helemaal waar het om draait. Je doet te weinig. En stilstaan is achteruitgang, nietwaar? De lol is eraf, thuiswerken is niet leuk. Je mist je collega’s, de samenspraak, het ‘samen’ in zijn algemeenheid. Je kakt in.
Had je op de werkvloer een geweldige motivatie en discipline, thuis is daar niets van over. Je herkent jezelf daar niet eens in.

ACHTERUIT GAAT SNEL

Achteruit gaat razendsnel, maar het gaat lang niet zo snel als je jezelf weer bij elkaar moet rapen om weer vooruit te gaan. En hoe doe je dat… wie geeft je die goede raad hoe je weer op gang kunt komen? Natuurlijk weten alle buitenstaanders het altijd beter. Per definitie. Makkelijk he, vanaf de zijlijn!
Enorm frustrerend, en je wordt er zeker niet beter van!

WAT DOET ER WERKELIJK TOE

Wat er werkelijk toe doet, is dat jij weer gaat oppakken, waar je goed in bent, en waar je plezier aan beleeft. Is dat sporten? Ga dan naar buiten en begin vandaag nog met lopen of fietsen. Ben je graag met je handen bezig, bijvoorbeeld in de tuin? Doen! En wel nu meteen, en als je zelf geen tuin heb, dan zoek je maar iemand met een tuin, misschien ouders of grootouders? Wedden dat ze blij zijn dat je wil helpen? Knutselen in je schuurtje, je huis schilderen, breien of borduren, elke beweging is goed voor je.

MAAKT NIET UIT WAT JE DOET

In feite maakt het helemaal niet uit wat je doet, als je het maar doet. Kom van die bank af, zet de tv -met al zijn negatieve prikkels- uit en kom tot actie. Wat zul je je anders voelen als je een keus gemaakt heb. Alleen… voor je die keus kunt en durft maken, dat duurt vaak nog even.

NEEM DE TIJD

Neem de tijd, daar is ie voor! Maar, stel jezelf ook een grens, anders is lang nooit lang genoeg. Dat geldt overigens voor alles. Ook bijvoorbeeld als je geen wekker zet, is al gauw: lang nooit lang genoeg slapen…

ALS JE HULP NODIG HEB

Als je het niet alleen redt, zoek dan iemand die je vertrouwt en waar je raad durft vragen. Dat kan iemand in je omgeving zijn, of een professionele hulpverlener. Ook dat maakt niet uit. Hulp vragen helpt. Het is geen zwakte, maar juist heel sterk om toe te geven dat je het niet redt.

TREK ALLES UIT DE KAST

Trek ondertussen alles uit de kast wat je kunt bedenken dat je kan helpen:
Spring om te beginnen onder de douche, en zet deze voor je eronder vandaan stapt eens lekker koud. Daar krijg je een enorme opkikker van.
Kleren maken de man, dus: trek je mooiste kleren aan. Weg met die ik-hoef-de-deur-toch-niet-uit-kleding!
Kook vandaag wat je het allerlekkerst vindt en dek de tafel met alles erop en eraan. Schenk een glaasje bij je maaltijd. Ben je alleen, nodig iemand uit. Dat kan best een keer als je alle regels van dit moment in acht neemt.

ZELF WEET JE VAST NOG VEEL MEER

Ik hoef niet alles breed uit te meten. Je weet zelf waarschijnlijk heel goed, waar jij je prettig bij voelt. Doe het. Zonder nadenken, en voel het resultaat.
En mocht je energie zo vast zitten, dat je er hulp bij nodig hebt om je energie weer op gang te krijgen, zoek dan een energetisch therapeut die je daarbij kan helpen. Maar ook dat moet je helemaal zelf doen…

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Vierde voorproefje uit mijn boek: Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht! Psychiatrie Paranormaal Bekeken; Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

‘Ik weet niet goed hoe ik u dit moet vertellen,’ begint de meester voorzichtig zijn betoog, ‘maar ik denk dat uw dochter niet helemaal normaal is. Soms zit zij zo in haar eigen wereld dat ze niet in de gaten heeft waar we het met de klas over hebben. Ik moet haar naam verschillende keren noemen, behoorlijk luid ook, anders hoort ze me niet. En volgens mij ligt het niet aan haar oren. Als ik een vraag stel, dan komt er een antwoord dat duidelijk niets te maken heeft met de les. 
     Laatst nog, hadden we het over de boerderij, en vraag ik welk dier de wol levert. Begint ze een heel verhaal over een schaapherder die met zijn schapen de bergen intrekt. Ze was er zelf bij. Weken bleven ze weg vertelde ze en onderweg bakten ze brood boven een vuur en sponnen ze wol op stokjes die ze verborgen achter struiken en in vossenholen, om die op de terugweg naar huis weer op te halen. Alsof ze er zelf bij geweest was. En nog boos zijn als ik haar vertel dat ik een serieus antwoord verwacht. Hoewel boos… later begon ze te huilen, en zei:
    ‘Niemand gelooft mij. Papa en mama ook al niet. Maar het is echt waar hoor, ik weet het toch zeker zelf wel!’ Die fantasie van uw dochter neemt haar helemaal in beslag. Ik maak me ernstig zorgen om haar. Kunt u niet eens met de dokter hierover praten?’
‘Dat heb ik al gedaan,’ antwoordt moeder van der Eijck, ‘maar hij kan niets doen.’ Haar man kijkt haar aan, maar zegt niets. Dat is niet helemaal de waarheid, maar hij laat het erbij. 
     ‘Ik zal het ook eens met een bevriend arts opnemen. Hij heeft wel vaker met dit soort kinderen te maken gehad, denk ik zo.’ 
‘Dit soort kinderen… wat bedoelt u?’ ‘Nou ja, het soort kinderen dat niet normaal opgroeit. Ik weet ook dat deze arts contacten heeft met een arts voor zenuwziekten in Amsterdam. Misschien moet uw kind daar maar eens naar toe.’
     De moeder van Hanneke zucht. De tranen branden achter haar ogen. Waarom toch, ze snapt er niets van. Haar dochter is niet normaal en moet naar een zenuwarts!
     ‘Gelukkig doen de andere kinderen niet mee met dit gedrag,’ hervat meester het gesprek, ‘want u begrijpt dat als dat wel het geval zou zijn, Hanneke niet meer op school kan komen.’ 
Vader van der Eijck trekt wit weg en kan geen woord meer zeggen. 
     ‘Het is wel zo dat het de andere kinderen ook opvalt dat Hanneke anders is, en zij beginnen haar behoorlijk te plagen. Ze spelen al niet meer met haar tijdens het speelkwartiertje, en Hanneke staat er maar alleen bij terwijl de anderen met elkaar spelen en plezier maken. U begrijpt nu wel dat ik me zorgen maak over haar. 
     Wat ze verleden week nog tegen me zei was dat haar oma gevallen was en dat het zeer deed. Op mijn vraag wat er zeer deed, zei ze alsof dat de normaalste zaak van de wereld was: ‘Nou, mijn knie natuurlijk.’
Ja maar Hanneke jij bent toch niet gevallen!’ 
‘Nee, dat weet ik wel, maar het doet wel zeer hoor.’
‘Helemaal van de kaart mevrouw, meneer. Ze verzint de dingen waar je bij staat. Alsof ze het aan den lijve ondervindt ook nog. 
Bijzonder overtuigend… dat moet ik haar nageven.
Ik weet niet hoe ik dat in goede banen moet leiden.’
     Hannekes ouders zijn tot heel laat in de avond op school geweest en hebben het er warm van als ze weer buiten staan. Hannekes moeder heeft zelfs rode vlekken in haar nek van de nervositeit. Ze wordt er onrustig van. Ze kunnen nu echt niet meer ontkennen dat hun dochter niet normaal is. En dat ze daarbij nog geplaagd wordt op school maakt het nog moeilijker. Daar kan niemand haar tegen beschermen.
     De volgende dag vertellen de ouders Hanneke, voor een deel, wat de meester over haar gezegd heeft. Ze vragen haar of ze geen rekening met andere mensen kan houden, en een beetje beter opletten tijdens de les.
‘Maar mama hoe moet ik dat dan doen… ik ben altijd eerlijk en ik doe mijn best, wat moet ik dan nog meer doen?’ 
‘Nou ja, euh, als de meester je iets vraagt hoor je hem vaak niet eens, maar pas als hij verscheidene keren je naam genoemd heeft, reageer je. Dat kan echt niet!’
     ‘Ik doe echt mijn best mam… ik kan er niets aan doen dat ik hem niet hoor. Soms vertel ik iets wat ik me herinner, en dan kijken ze allemaal zo raar, alsof ik iets geks vertel. Maar dat is niet zo, mama.’ 
     Hanneke begint te huilen. ‘De andere kinderen willen niet met me spelen. Ik ben altijd alleen met het speelkwartier. Het is niet leuk hoor… ik wil er ook bij horen… het lijkt wel of ik de pest heb. Mensen die de pest hadden, daar kwamen de mensen ook niet bij in de buurt. Ze waren allemaal bang dat ze het ook zouden krijgen.’ 
Hannekes ogen dwalen af.
     ‘Maar dat was niet zo. De mensen die bang waren en dachten dat ze het zouden krijgen, kregen het omdat ze er zelf in geloofden. Wie geloofde het niet te krijgen, die kreeg het gewoon niet. Ik heb het toch ook niet gekregen? En ik liep er dagelijks tussen. En nog wel zo lang achter elkaar ook. Weet je wat voor kruiden je moet gebruiken voor mensen die de pest hebben?’
     ‘Hanneke hou daar mee op!’ schreeuwt moeder tegen haar. 
Hanneke schrikt zichtbaar en kijkt haar moeder schuldbewust aan. Wat doet ze nou weer verkeerd…
     ‘Hanneke wil je daar onmiddellijk mee stoppen met die rare fantasie verhalen! Ik… ik… ik word er helemaal naar van. Wat doe je papa en mama aan… we doen zo ons best voor je, en jij vertelt alleen maar rare verhalen en zorgt dat de mensen je gaan mijden. Er gaan praatjes over jou in de rondte, Hanneke, en ook al over ons.’ Moeder van der Eijck laat zich in een stoel zakken en begint te huilen. ‘Waar hebben wij dit aan verdiend?’ jammert ze… Stilletjes gaat Hanneke naar haar kamertje en blijft er tot haar moeder haar voor het eten roept.
     Ze zit al die tijd op de stoel naast haar bed, en denkt en denkt en denkt. Ze snapt de mensen niet. Ze vertelt geen rare dingen… maar toch krijgt zij langzaam maar zeker het gevoel dat ze anders is dan alle andere mensen. Waar dat aan ligt kan ze nog niet weten, maar ze voelt het duidelijk. Waarom zouden de andere kinderen op school anders niet met haar willen spelen? De kinderen die op haar verjaardag zijn geweest bemoeien zich nu ook al niet meer met haar. 

     De volgende dag komt Hanneke laat beneden en moet zich haasten om op tijd naar school te kunnen gaan. Als zij het hekje achter zich dichttrekt kijkt ze naar haar moeder die zoals altijd voor het raam staat om haar dochter uit te zwaaien. Hanneke kijkt wel, maar zwaait niet. Ze lacht ook niet. Een trieste blik, en heel haar houding geeft aan dat het niet goed gaat. Haar schouders zijn een beetje opgetrokken en ze kijkt naar de grond. Zo gaat Hanneke die dag naar school.
     Eenmaal op school gaat het niet beter. Hanneke voelt dat ze moet huilen, maar kan het nog net tegenhouden. Ze weet dat ze bijna te laat was vanmorgen, maar vreemd genoeg staan alle kinderen nog buiten. De deuren blijven dicht en de bel luidt niet. Vreemd is dat, maar gelijk weet Hanneke ook nu weer wat er aan de hand is. De bovenmeester! 
     Nu begint Hanneke te huilen. Hartverscheurend en met lange uithalen. ‘Het was zo’n aardige man,’ snikt ze, ‘ik wil het niet, het mag niet waar zijn.’ Een paar kinderen uit haar klas komen bij haar staan. Ze vinden Hanneke nu wel zielig, maar ze zijn ook nieuwsgierig wat ze nu weer voor klets heeft: ‘Wat is er Hanneke?’ 
     ‘De bovenmeester is dood. Ze hebben hem net in de tuin gevonden. Hij lag naast de schuur.’ De kinderen griezelen van dit bericht en willen het natuurlijk niet geloven. Ze willen nog van alles vragen, maar daar staat de meester van de zesde klas ineens buiten, en klapt in zijn handen.
     Geen bel die geluid wordt. Hij klapt nogmaals, en als daar niet snel genoeg op gereageerd wordt, pakt hij een fluitje uit zijn zak. Een snerpend geluid dat zeer doet aan je oren. Dit wordt begrepen en op slag is iedereen stil.

     ‘Iedereen gaat twee aan twee naar binnen en ik wil geen geluid horen!’ is het enige dat de meester zegt. Hanneke probeert te stoppen met huilen, maar dat lukt niet helemaal. Luid snikkend loopt zij naar binnen…  
‘Ook Hanneke!’ komt er dreigend achteraan. Zij haalt diep adem en loopt naast Marlies naar de klas. Daar zit hun eigen meester te wachten. Wat kijkt hij raar. Als alle kinderen zitten, staat hij op. 
     ‘Jongens en meisjes, ik heb een nare mededeling. Vanmorgen is bovenmeester van Toren overleden aan een hartaanval. We gaan aanstonds naar de gymzaal, waar jullie meer zullen horen, tegelijk met de andere klassen. Ik eis volledige stilte van jullie.’
     De kinderen zijn geschokt, een paar beginnen te huilen, maar allen kijken naar Hanneke en de vraag is op ieders gezicht te lezen: ‘Hoe kon zij dat weten?’ Om tien uur zijn alle leerlingen in de gymzaal. 
Ze krijgen een brief mee voor hun ouders, en worden naar huis gestuurd. 
Wat er in de brief staat wordt hen al verteld: ‘De rest van de week geen school!’ Niemand vindt het leuk, en met bedremmelde gezichtjes verlaten de kinderen per klas de gymzaal. Ze moeten nog even naar hun eigen klas om hun tassen te halen, en gaan daarna naar huis. Er wordt niet gepraat en niet gelachen. Maar als ze twee straten verder zijn, komen Marlies en een paar andere meisjes achter Hanneke aangerend. 
     ‘Jij wist dit al,’ klinkt het enigszins verwijtend. ‘Hoe kan dat? Wij willen nu ook jouw geheim weten. Wie heb je afgeluisterd, en hoe?’ Ze gaan voor Hanneke staan en belemmeren haar om door te lopen. Het enige dat Hanneke kan antwoorden is dat ze het gewoon uit zichzelf weet. De meisjes snappen het niet, worden boos en trekken aan haar haren. ‘Je liegt…je liegt…je liegt!’ 
     Opnieuw huilend, maar nu om een andere reden, loopt Hanneke naar huis met de brief in de hand. Moeder van der Eijck ziet haar dochter al aankomen, en loopt snel naar de buitendeur. 
     ‘Wat is er gebeurd Hanneke, ben je van school gestuurd?’ Hanneke zegt niets, maar geeft de brief aan haar moeder. Terwijl ze leest begint ze te trillen. Dan holt ze naar haar man om hem de brief te laten lezen. 

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Eerste review op boek: ‘Dáár heb ik mijn leven lang op gewacht!’ Psychiatrie Paranormaal Bekeken; Reïncarnatie, Karma, Burnout en Alternatieve Geneeswijzen

Heb ik niet in één van mijn allereerste blogs al met jullie gedeeld, dat ik het ook best eng vond om mijn boek te publiceren? De eerste reactie op mijn boek is inmiddels binnen en wil ik hierbij dan ook delen:



01-02-2020 
Daar heb ik mijn leven lang op gewacht 
Ik heb het met veel aandacht in twee dagen uitgelezen omdat het een zeer interessant onderwerp is, ik denk dat veel mensen hier veel herkenning in zullen vinden. Ik ben bekend met deze onderwerpen waardoor ikzelf veel herkenning lees vanuit mijn eigen leven. Mooi geschreven echt de moeite waard om te lezen.

 *  Makkelijk leesbaar 
 * Interessant 

Geplaatst door Sandra H. uit Willemstad, Curaçao , leeftijd 40-49  
Waardeert het boek met een 9 uit 10


Dank je wel Sandra. Ben er blij mee!

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!