Blog

Waarom Bipolaire Stoornis, na Manisch-Depressief … Hoe moeilijker het woord, hoe ernstiger de kwaal lijkt

Moeilijke woorden zoals Bipolaire Stoornis; waarom? Voorheen gewoon Manisch-Depressief, dat was toch duidelijk? Of wat dacht je van Stemmingswisselingen?
Het lijkt wel steeds ernstiger te klinken, naarmate we moeilijker woorden gebruiken.

Hoe je het ook noemt… het gaat uiteindelijk maar om één ding: energie. Een teveel aan energie of een tekort aan energie. Boeken vol zijn er over geschreven, maar als je het reduceert tot een normaal Hollands woord is de kwaal al ‘bijna over.’ Of ligt het toch iets ingewikkelder? Het leven op zich is simpel, alleen maken wij mensen het zo moeilijk.
Toch… of toch niet? 

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


Zwanger zijn eind jaren zeventig betekende ontslag. Te gek om over na te denken zul je zeggen, maar in de Psychiatrie was het wel degelijk zo

Naar aanleiding van mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ was ik vandaag met iemand in gesprek over de tijd dat ik zelf in de psychiatrie werkte. We kregen het onder andere over zwanger zijn en blijven werken. Ik herinner ik me het volgende.
Als zwangere werknemer werd ik op een dag gevraagd om even langs personeelszaken te komen. Geen idee wat er aan de hand zou zijn. Dacht dat het wel te maken zou hebben met mijn zwangerschapsverlof. Ik had het allemaal goed geregeld. Bleef zo lang mogelijk werken, om dan na de bevalling de meeste vrije weken zou hebben. Dus ging ik goedgemutst langs om te vragen wat er aan de hand was.  
Mijn mond viel open van verbazing! Dit had ik nooit gedacht:
Bij mijn begroeting brandde degene die mij te woord stond al los: ‘Wanneer ga je met ontslag?’ Met stomme verbazing vroeg ik: ‘Hoezo met ontslag? Jullie hebben toch geen ontslagbrief van mij ontvangen?’
‘Maar je bent toch zwanger?’ 
‘Ja, maar dat wil toch niet automatisch zeggen dat ik met ontslag ga? Ik ga helemaal niet weg. Ik blijf gewoon werken!’
Bleek ik toch één van de eersten te zijn, die niet met ontslag ging vanwege het krijgen van een kind. Ondenkbaar in deze tijd. In die tijd was het heel normaal, we hebben het over 1978! Goed, het wordt geaccepteerd, maar met een afkeurend gezicht. Ik blijf vrolijk werken, en krijg een zoon. 

Ik mocht in de nachtdienst mijn kind niet meenemen, terwijl ik wel borstvoeding gaf. Ik wist van de vereniging ‘Borstvoeding Natuurlijk’, waar ik later zelf actief lid van was, dat er een oude wet bestond waarin beschreven stond, dat een werkgever verplicht was iedere zogende vrouw de gelegenheid te geven haar kind tijdens het werk te voeden. Aangezien ik niet naar huis kon ’s nachts wilde ik mijn kind meenemen. Personeelszaken wist van niets… nog nooit meegemaakt! Nu wel dus. Ik heb precies verteld welk artikel in de wet dit was en gevraagd het na te zoeken. Dat zouden ze doen. Uiteraard hebben ze het artikel in de arbeidswet gevonden. Mijn kind ging vanaf dat moment met toestemming mee, en later mijn dochters ook. 

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!


N.a.v. mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ Herinneringen aan een ver verleden in een brandend huis

N a.v. mijn boek ‘Psychiatrie Paranormaal Bekeken’ 
Herinneringen aan een ver verleden: slachtoffer uit een verbrande woning nabij Montsegur. 
Schreef ik al een blog over Olga en haar herinneringen aan het verleden bij de Montsegur, hier deel ik nog een herinnering van Olga. Met tastbare gevolgen voor haar. 
Tijdens één van de reizen die ik eind jaren negentig organiseerde naar Occitanië in Zuid Frankrijk gingen we dagelijks op stap vanuit onze gite, om de omgeving te verkennen. Die gite huurde ik bij vrienden die aan de voet van de Pyreneeën wonen, vlakbij de Troubadoursburcht Puivert. Een prachtige uitvalsbasis om een bezoek te brengen aan de Cité de Carcassonne, Minerve, gorge de Calamus, Montsegur. 
We lopen in een klein dorpje. Plotseling krijgt Olga het moeilijk. Ze weet niet wat er aan de hand is, maar ze voelt zich niet veilig. Aan de rand van het dorp staan paar middeleeuwse ruïnes. Meer is het niet; onbewoonbaar. Het zien van die ruïnes, waarvan er meerdere duidelijk in brand hebben gestaan, doen haar herinneren dat ze zelf een brandend huis ontvlucht is. Op het moment dat ze haar herinneringen deelt, zie ik het zo voor me. De balken boven haar storten in en komen op haar terecht. De vlammen krijgen vat op haar kleren. Meer beelden heeft ze niet gezien, maar zelf weet ze met zekerheid te vertellen dat ze gered werd uit de brandende woning. 

De dag is bepaald door deze herinnering en verloopt verder rustig; we wandelen, drinken ergens koffie, eten wat en gaan in de loop van de middag terug naar onze gite. Het was een druilerige dag en we zagen geen zon. Die hele week nog geen zon gezien. Helemaal niet erg, want het is heerlijk najaarsweer. 
Eenmaal terug vertellen wij onze gastheer natuurlijk dat Olga zich voor de tweede keer iets herinnerd heeft, en zij doet haar verhaal. Tegen de avond, in de schemering, zien we door de andere lichtval iets wat nog niet was opgevallen. 

‘Zou jij je gezicht niet eens insmeren?’ vraagt haar vriendin.
‘Nou, hoezo dàt dan?’ vraagt zij met een onvervalste Wetsfriese tongval.
‘Kind, je hebt de vellen aan je gezicht hangen! Je bent hartstikke verbrand!’
‘Maar waarvan dan? We hebben geen zon gezien…’
Als ze deze woorden uitspreekt weten we allemaal dat deze vellen van verbranding niets met de zon te maken hebben gehad. Het is de lichamelijke reactie op wat zij in de geest ervaren heeft, eerder die dag. Zo heftig kan een herinnering zijn, die ook geestelijk lange tijd kan blijven hangen; alsof je het net meegemaakt hebt. Het begrip ‘tijd’ blijkt ook hier weer heel betrekkelijk.

Onderzoek alles, behoud en deel het goede, maar blijf altijd kritisch!